De vaarbewijssoorten
Op de Nederlandse wateren is het voor een aantal scheepstypen verplicht om als schipper in het bezit te zijn van een vaarbewijs.
Dit wordt de vaarbewijsplicht genoemd.
Er bestaan verschillende soorten vaarbewijzen:
-
-
-
-
- Groot Vaarbewijs
- Beperkt Groot Vaarbewijs
- Groot Pleziervaartbewijs
- Klein Vaarbewijs
-
-
-
Groot Vaarbewijs
Voor het varen met de volgende typen schepen is een Groot Vaarbewijs vereist: Passagiersschepen, veerponten, veerboten, sleepboten, duwboten, schepen vanaf 20 meter.
Met het Groot Vaarbewijs mag je ook varen op een schip waarvoor een beperkt Groot Vaarbewijs, een Groot Pleziervaartbewijs of een Klein Vaarbewijs is vereist.
Beperkt Groot Vaarbewijs
Voor het varen met een pleziervaartuigen vanaf 25 meter tot 40 meter en vrachtschepen met een lengte van 20 tot 40 meter is een beperkt Groot Vaarbewijs vereist. Heb je een sleepboot, duwboot of sleepduwboot, die uitsluitend als pleziervaartuig wordt gebruikt, dan moet er een ‘verklaring van de minister’ aan boord zijn. Om examen te mogen doen moet je een aantal jaar praktijkervaring in de binnenvaart kunnen aantonen. Met een beperkt Groot Vaarbewijs mag je ook varen op een schip waarvoor Groot Pleziervaartbewijs of een Klein Vaarbewijs is vereist.
Groot Pleziervaartbewijs
Voor pleziervaartuigen vanaf 25 meter tot 40 meter geeft een Groot Pleziervaartbewijs een vrijstelling van het beperkt Groot Vaarbewijs. Heb je een sleepboot, duwboot of sleepduwboot, die uitsluitend als pleziervaartuig wordt gebruikt, dan moet er een ‘verklaring van de minister’ aan boord zijn. Met een Groot Pleziervaartbewijs mag je ook varen op een schip waarvoor een Klein Vaarbewijs is vereist. In bijzondere gevallen kan een Groot Pleziervaartbewijs ook worden afgegeven voor pleziervaartuigen die langer zijn dan 40 meter. Zie de exameneisen op de website van het CBR.
Klein Vaarbewijs
Het Klein Vaarbewijs is verplicht voor motorboten die sneller varen dan 20 km per uur, maar korter zijn dan 15 meter. Hieronder vallen ook de waterscooters, jetski’s en rubberboten. Ook voor pleziervaartuigen vanaf 15 meter tot 25 meter is een Klein Vaarbewijs vereist. Betreft het een sleepboot, duwboot of sleepduwboot, die uitsluitend als pleziervaartuig wordt gebruikt, dan moet er wel een ‘verklaring van de minister’ aan boord zijn. Voor schepen met een lengte van 15 meter tot 20 meter die gebruikt worden voor bedrijfsmatig vervoer is ook een Klein Vaarbewijs nodig.
De exacte voorschriften met betrekking tot de vaarbewijsplicht zijn opgenomen in artikel 13 tot en met 16 van het Binnenvaartbesluit en Hoofdstuk 7 van de Binnenvaartregeling.